In het verdrag is vastgelegd dat er toezicht moet worden gehouden en dat er gerapporteerd moet worden en hoe dit moet worden gedaan. Ook worden er procedures benoemd. Het eerste deel gaat zoals hierboven genoemd over de rechten van het kind zelf, hieronder een samenvatting van dat deel uit het kinderrechtenverdrag:

-          In het verdrag wordt ieder die jonger is dan 18 jaar (tenzij anders bepaald door de rechtbank) beschouwd als kind.

-          Een kind mag niet worden gediscrimineerd, ontvoerd, mishandeld, uitgebuit, misbruikt, verhandelt, verkocht, de privacy mag niet worden geschonden en een kind mag niet met drugs in aanraking worden gebracht.

-          Ieder kind heeft recht op leven, een naam en nationaliteit om geregistreerd te kunnen worden en om deze te behouden.

-          Ieder kind heeft het recht zijn of haar ouders te kennen en door hen verzorgd te worden, de overheid moet de opvoed manier van de ouders respecteren en de ouders zijn verantwoordelijk voor het opvoeden van hun kinderen.

-          Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van gedacht, geweten en godsdienst.

-          Ieder kind heeft recht op bescherming en de best mogelijke gezondheidszorg en voorzieningen.

-          Ieder kind heeft recht op onderwijs dat gericht is op de ontplooiing van het kind en wat past bij het niveau van het kind.

-          Ieder kind heeft recht op rust en vrije tijd.

-          Kinderen mogen niet veroordeeld worden tot de doodstraf of tot een levenslange gevangenisstraf. Opsluiting van een kind mag alleen als uiterste maatregel en dan zo kort mogelijk. Tevens heeft het kind dan recht op een pedagogische behandeling die afgesteld is op het kind zelf.

-          In verschillende situaties heeft een kind recht op bijzondere zorg (bij. Slachtoffers)

-     De overheid neemt alle nodige maatregelen om de rechten van kinderen te realiseren en moet via internationale samenwerking armere landen hierbij steunen.