De ‘wet op de jeugdzorg’ is ingegaan op 1 januari 2005, bij deze wet staan de cliënt en zijn of haar hulpvraag centraal, de wet heeft als doel om de jeugdzorg samenhangend en vraaggericht te maken. In de wet zijn een aantal afspraken vastgelegd, de belangrijkste hiervan zijn:

-          Bureau Jeugdzorg is het algehele toegangspunt voor de gehele jeugdzorg, in elke provincie bevind zich en onafhankelijk bureau. Bureau Jeugdzorg kijkt dan of er zorg nodig is voor de cliënt, en zo ja kijken zij ook welke zorg nodig is. Na deze indicatiestelling is het de taak van Bureau Jeugdzorg om de cliënt te ondersteunen bij het verkrijgen van de zorg, ook helpen zij bij het maken van een werkplan voor de cliënt. Verder dient Bureau Jeugdzorg als Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (het AMK) en hebben zij de taak om de jeugdbescherming (OTS en voogdij) en de jeugdreclassering uit te voeren. Eigenlijk is Bureau Jeugdzorg vaak de tussenpersoon tot andere zorg instellingen.

-          De cliënt moet er van uit kunnen gaan dat de indicatiestelling objectief, passend en samenhangend is en dat de wet correct wordt toegepast.

-          In de wet is opgenomen dat iedereen recht heeft op jeugdzorg, hiermee wordt bedoelt dat de cliënt, zolang er bij een zorginstelling plek is, niet geweigerd mag  worden. Ook is het de bedoeling dat de zorg zo dichtbij, kort en licht mogelijk is.

-          Ook is er in de wet het doel om de aansluiting en het contact op zorginstellingen, maar bijvoorbeeld ook het onderwijs te verbeteren opgenomen.

-          Elke provincie koopt zijn eigen zorg in en is verantwoordelijk voor het zorgaanbod van de eigen provincie. Elke provincie krijgt ook geld van het Rijk om Bureau Jeugdzorg te financieren, en daarmee ook de toegang tot de zorg.